
Re-integratie eerste en tweede spoor
Re-integratie eerste spoor
Tijdens een re-integratie traject wordt in eerste instantie gekeken of er passend werk gevonden of georganiseerd kan worden bij de huidige werkgever. Dit kan een (onder)deel van het eigen werk van de werknemer betreffen, maar er kan ook gekeken worden naar ander werk binnen het bedrijf. Dit wordt het eerste spoortraject genoemd.
Binnen dit eerste spoortraject wordt bijvoorbeeld gekeken naar de mogelijkheid om het werk aan te passen, voorzieningen te treffen rondom de werkplek, het werk deels te hervatten of door diensten op andere werktijden in te plannen. Deze mogelijkheden worden opgenomen in het Plan van Aanpak van het re-integratieverslag.
Re-integratie tweede spoor
Is re-integratie binnen de organisatie (1e spoor) niet mogelijk? Dan komt re-integratie bij een andere werkgever (2e spoor) in beeld. Binnen de verzuimbegeleiding kunnen het eerste spoor en het tweede spoor in bepaalde gevallen ook gelijktijdig worden ingezet. Wanneer het tweede spoor start moet echter wel duidelijk terugkomen in het in het re-integratieverslag. De bedrijfsarts of arbeidsdeskundige geeft aan of het tweede spoor moet worden opgestart.
Wanneer het eerste spoor niet haalbaar blijkt, is het opstarten van een tweede spoortraject wettelijk verplicht voor de werkgever. Het tweede spoortraject kan al bij de start van het re-integratietraject worden opgestart. De uiterlijke start is de 52ste week van arbeidsongeschiktheid.
Stappenplan tweede spoortraject
Dit zijn de stappen die onderdeel kunnen zijn van een tweede spoortraject:
De bedrijfsarts of arbeidskundige adviseert over het opstarten van het tweede spoor en legt deze bevinding op zijn vroegst in de achtste week of uiterlijk in de 52ste week van arbeidsongeschiktheid vast in een verklaring.
Het Plan van Aanpak van het re-integratieverslag moet worden aangepast.
De werkgever moet vervolgens het initiatief nemen voor het opstarten van het tweede spoortraject.
De werknemer is verplicht om aan het re-integratietraject tweede spoor mee te werken.
De arbodienst kan de werkgever adviseren over de inzet van een re-integratie coach.
De re-integratie coach helpt de werknemer o.a. bij: het vinden van passende functies, sollicitatietraining en het volgen van passende trainingen.
Wanneer het lukt om een passende functie te vinden bij een andere werkgever, kan een detacheringsovereenkomst worden opgesteld.
Na twee jaar ziekte, wanneer de WIA-keuring heeft plaatsgevonden kan de bestaande arbeidsovereenkomst overgezet worden naar een arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever.
Lukt het niet om binnen twee jaar elders passend werk te vinden, dan kan de werkgever de loondoorbetaling stoppen over de uren die niet worden gewerkt.
